
Een goed financieel plan voor je horecazaak is geen luxe, maar een must. Of je nou net start of al jaren meedraait: zonder duidelijk overzicht van je inkomsten, uitgaven en winstverwachting wordt het gokken in plaats van sturen. Een financieel plan geeft je inzicht, helpt je bij het aanvragen van financiering én zorgt dat je grip houdt op je cijfers.
Dit artikel is bedoeld voor startende én bestaande horecaondernemers die serieus aan de slag willen met hun cijfers.
Dus heb je plannen voor een nieuw restaurant of wil je jouw huidige zaak toekomstbestendig maken? Dan zit je hier goed.
Je krijgt een stap-voor-stap uitleg over hoe je zelf een financieel plan opstelt, met praktische tips en voorbeelden. Geen wollige taal, maar duidelijke info waar je direct mee aan de slag kunt.
In dit artikel zal ik je de 5 belangrijke begrotingen laten zien die elke startende horecaondernemer moet begrijpen.
- Wat is een financieel plan
- Exploitatierekening
- Investeringsplan
- Liquiditeitsbegroting
- Financieringsplan
- Werk met scenario’s
- Samenvatting en presentatie
- Praktische tips
Laten we snel van start gaan
#1. Wat is een financieel plan?
Een financieel plan voor de horeca is een overzicht van alle verwachte kosten, opbrengsten en investeringen van je horecazaak. Het doel? Inzicht krijgen in de haalbaarheid van je plannen én laten zien aan investeerders of banken dat je goed voorbereid bent.
Een financieel plan helpt je om betere keuzes te maken, bijvoorbeeld bij het bepalen van je menuprijzen of het inhuren van personeel. Het dwingt je om kritisch naar je cijfers te kijken en voorkomt dat je voor verrassingen komt te staan.
De belangrijkste onderdelen van een financieel plan horeca zijn:
- Investeringsbegroting: wat heb je nodig en wat kost het?
- Financieringsbegroting: hoe ga je dat betalen?
- Exploitatiebegroting: je verwachte omzet en kosten per maand/jaar.
- Liquiditeitsbegroting: wanneer komt er geld binnen en wanneer gaat het eruit?
#2. De exploitatierekening
De exploitatiebegroting is een schatting van je inkomsten en uitgaven per maand of per jaar. Je laat hiermee zien of je horecazaak winst kan maken.
Je neemt hierin de volgende onderdelen op:
- Omzet: hoeveel gasten verwacht je, en wat besteden ze gemiddeld? Bijvoorbeeld: 50 gasten per dag x €20 = €1.000 omzet per dag
- Inkoopkosten: kosten van eten, drinken en andere producten die je verkoopt
- Personeelskosten: lonen, vakantiegeld, sociale premies
- Huisvestingskosten: huur, energie, water, verzekering
- Marketing en overige kosten: reclame, software, administratie, enz.
Aan het eind houd je het resultaat over: maak je winst of draai je verlies?
Deze begroting is vaak het spannendst, want hier zie je of je idee levensvatbaar is. Wees realistisch, onderbouw je cijfers en werk met scenario’s (slecht, gemiddeld, goed). Zo ben je voorbereid op alles wat kan komen.
Lees ook: Hoe start je een restaurant 29: de openingsdag
#3. De investeringsbegroting
De investeringsbegroting is de eerste stap van je financieel plan. Hierin zet je op een rij wat je allemaal nodig hebt om te starten (of uit te breiden) en wat dat kost. Dit geeft je een duidelijk beeld van hoeveel geld je nodig hebt voordat je deuren opengaan.
Wat neem je op in je investeringsbegroting?
Denk aan alles wat je één keer moet aanschaffen om te kunnen draaien:
- Verbouwing of inrichting van je pand
- Apparatuur zoals koelingen, fornuizen of kassasystemen
- Voorraad om mee te starten (eten, drinken, schoonmaakmiddelen)
- Vergunningen en advieskosten
- Kantoorbenodigdheden, servies en meubels
- Eventueel werkkapitaal (buffer voor de eerste maanden)
Belangrijk: schat je bedragen realistisch in. Vraag offertes op, check prijzen en vergeet geen kleine zaken want die tikken ook aan. Denk bijvoorbeeld aan de kosten van een website, menukaarten of bedrijfskleding.
Met een goede investeringsbegroting weet je precies hoeveel startkapitaal je nodig hebt. En dat is belangrijk als je een financiering wilt aanvragen of wil weten of je plannen haalbaar zijn.
#4. De liquiditeitsbegroting
De liquiditeitsbegroting wordt vaak vergeten in een financieel plan horeca. Zonde, want dit onderdeel laat juist zien of je elke maand genoeg geld op je rekening hebt staan om je rekeningen te betalen. En dat is uiteindelijk waar het om draait.
In deze begroting zet je per maand op een rij:
- Inkomende betalingen: zoals omzet, btw-teruggave of leningen
- Uitgaande betalingen: zoals huur, personeel, leveranciers, belastingen
Let op: winst betekent niet automatisch dat er geld op je rekening staat. Soms duurt het even voordat klanten betalen, terwijl jij je vaste lasten wél direct moet voldoen.
Met een goede liquiditeitsbegroting voorkom je verrassingen. Je ziet op tijd wanneer je eventueel krap komt te zitten en kunt dan op tijd bijsturen.
#5. De financieringsbegroting
Nu je weet hoeveel geld je nodig hebt, is de vraag: hoe ga je dit betalen? In de financieringsbegroting laat je zien waar het geld vandaan komt.
Je kunt dit op verschillende manieren doen:
- Eigen geld: spaargeld of een investering vanuit je privévermogen
- Banklening: geld lenen bij de bank (denk aan rente en aflossing)
- Crowdfunding: via een platform investeren anderen in jouw plan
- Familie of vrienden: een lening of investering uit je netwerk
Zorg dat je de voorwaarden goed op een rij hebt. Hoeveel rente betaal je? Wanneer moet je terugbetalen? En wat als het even tegenzit? Kies voor een mix die bij jouw situatie past én haalbaar is.
Een financieringsbegroting maakt je financieel plan horeca compleet. Hiermee laat je zien dat je niet alleen droomt, maar ook weet hoe je het gaat waarmaken.
Lees ook: Hoe start je een restaurant 21: Schrijf een ondernemingsplan
#6. Werk met scenario’s
Geen enkel financieel plan horeca is compleet zonder scenario’s. Want hoe goed je ook plant, de werkelijkheid loopt altijd anders. Daarom is het slim om drie versies van je exploitatie- en liquiditeitsbegroting te maken:
- Realistisch scenario: jouw verwachting op basis van goed onderbouwde cijfers
- Pessimistisch scenario: wat als het tegenvalt? Minder gasten, hogere kosten?
- Optimistisch scenario: wat als het juist beter loopt dan verwacht?
Met deze drie scenario’s krijg je inzicht in risico’s én kansen. Je leert:
- Hoe snel je in de problemen komt als het tegenzit
- Hoeveel ruimte je hebt om te investeren of personeel aan te nemen
- Wanneer je moet ingrijpen of bijsturen
Kortom: scenario’s geven je grip op je cijfers. En dat zorgt voor rust en vertrouwen.
#7. Samenvatting en presentatie
Heb je al je begrotingen op een rij? Mooi. Dan is het tijd om alles overzichtelijk te maken. Want een goed financieel plan is niet alleen inhoudelijk sterk, maar ook duidelijk gepresenteerd.
Gebruik tabellen, grafieken en duidelijke kopjes. Laat in één oogopslag zien:
- Wat je verwachte omzet en kosten zijn
- Of je winstgevend bent of verlies draait
- Wanneer je break-even draait
Zeker als je een financiering aanvraagt, is dit enorm belangrijk. Banken of investeerders willen snel zien of jouw horecazaak financieel gezond kan worden. Een heldere presentatie maakt het verschil tussen twijfel en vertrouwen.
#8. Praktische tips
Tot slot heb ik nog een paar handige tips om je financieel plan nog sterker te maken:
- Gebruik een template: begin niet from scratch. De KVK en Qredits bieden gratis voorbeelden en Excel-sjablonen die je goed op weg helpen.
- Wees realistisch en onderbouw je cijfers: verwacht je 100 gasten per dag? Laat zien waar je dat op baseert. Bijvoorbeeld door locatie, concurrentie of reserveringen.
- Vergeet je privé-uitgaven niet: zeker als je als ondernemer nog geen salaris uit je zaak haalt, moet je wél je huur, boodschappen en vaste lasten betalen.
- Denk aan seizoensinvloeden: draait je terras in de zomer topomzet? Hou er dan rekening mee dat het in januari stukken rustiger is. Pas je begroting daarop aan
Met deze tips voorkom je dat je financieel plan een mooi verhaal op papier is, maar in de praktijk niet klopt.
Conclusie: zo maak jij jouw financieel plan
Een goed financieel plan opstellen kost even tijd, maar het geeft je zóveel inzicht en rust. Of je nou net begint of al jaren een zaak runt: weten waar je staat en waar je naartoe werkt, is goud waard.
Foto: Pablo Merchán Montes on Unsplash